(tekst: Arnout Jaspers op wyniasweek.nl)
De afgelopen tien jaar ben ik vaak maanden achtereen uit Nederland weg geweest. Niet zelden gingen er weken voorbij dat ik – althans in het echte leven – niet of nauwelijks contact had met Europeanen of andere westerlingen, alleen met Thais, Birmezen en andere Aziaten. Dat gebeurde vrijwel vanzelf.
Westerse toeristen hebben, net als alle toeristen, sterk de neiging samen te klitten in eigen resorts, restaurants, bars en stukjes strand. Ook expats doen dat. Als je dat niet actief opzoekt, gaat dat langs je heen. En hoewel Thailand, althans vóór Covid, tientallen miljoenen westerse toeristen per jaar ontving, raken die snel uit beeld als je de gebaande paden verlaat.
Bijvoorbeeld: de doorsnee toerist die aankomt in Bangkok en naar een van de paradijseilanden in het zuiden wil, boekt on line of bij een reisbureau een all-in bus/ferry ticket. Dan wordt je bij je hotel opgehaald en zit je in een touringcar en later op een snelle catamaran met alleen maar farang (westerlingen). Je kan ook in Bangkok een taxi nemen naar de zuidelijke busterminal, op een openbare bus stappen en in de stad waar de ferries vertrekken zelf een kaartje kopen. Dan ben je de hele reis lang vrijwel de enige farang aan boord.
Leest u verder via: Sigrid Kaag wist geen moment de indruk te wekken dat ze er primair voor de gewone Nederlander was – Wynia’s Week (wyniasweek.nl)