Categorieën
Cultuur De Fryske Marren Geschiedenis Overpeinzingen uit Koudum Súdwest

LEZING GEMEENTEARCHIVARIS JACK DE VRIES IN KOUDUM

Op dinsdagavond 17 oktober kwam gemeentearchivaris Jack de Vries naar dorpshuis De Klink in Koudum. In de aankondiging stond dat hij in zijn lezing in zou gaan op de verhalen die Sipke Feenstra (1872-1963) tussen 1949 en 1956 publiceerde in het Sneeker Nieuwsblad en de Balkster Courant. In 1969 werden deze verhalen uitgegeven in een boekje, Koudum in myn bernejierren. Jack de Vries zou vertellen over het leven van deze schrijver en een aantal van zijn verhalen de revue laten passeren. Daar waren een kleine dertig belangstellenden op af gekomen.

De website van De Tiid. © Jelle van der Meulen

Maar voordat De Vries aan dat gedeelte toekwam, vertelde hij over zijn werk als gemeentearchivaris van de gemeente Súdwest-Fryslân. Dat werk doet hij nu drie jaar en sinds twee jaar werkt hij vanuit De Tiid, het cultuurhistorisch centrum in Bolsward dat inmiddels acht kilometer aan archiefplanken bevat. Hij demonstreerde ook wat er zoals gedigitaliseerd is van het archief en wat er via de website aan materiaal over Koudum te vinden is.

Archivaris Jack de Vries met de herdruk van Koudum yn myn bernejierren. © U. de Jong

De zoekterm ‘Koudum’ levert via de website van De Tiid 17 ‘archiefstukken’ op. Dat lijkt niet veel, maar onder die stukken zit bijvoorbeeld 85 strekkende meter archiefstukken van het Gemeentebestuur van Nijefurd uit de jaren 1984-2010, alsmede 47 meter archiefstukken uit de jaren 1816-1926 van de “Grietenij- en later Gemeentebestuur Hemelumer Oldephaert en Noordwolde”.

Het aantal afbeeldingen dat Koudum betreft laat duidelijk nog te wensen over, maar juist daar wordt op dit moment aan gewerkt, zo zei de gemeentearchivaris. Pas sinds kort is men bezig om foto’s in het gemeentearchief die met Koudum te maken hebben te digitaliseren, dus er zal binnen enkele maanden op dat gebied een aanvulling komen.

In de gedigitaliseerde streekkranten (Friso, Sneeker Nieuwsblad, Bolswards Nieuwsblad) komt meer dan 20.000 keer de naam Koudum voor. Naar aanleiding hiervan pleitte Jan de Vries, voorzitter van Histoarysk Koudum, ervoor om ook de Balkster Courant op deze manier te digitaliseren, omdat deze krant vanouds het gebied van Koudum en omstreken bedient. De Koudumer Krant is zelfs opgegaan in de Balkster Courant. Jack de Vries legde uit dat hij dat ook graag zou willen, maar Balk valt onder de gemeente De Fryske Marren en de gemeente Súdwest-Fryslân kan (of wil) geen geld vrijmaken om de Balkster Courant te digitaliseren. Jan de Vries benadrukte hoe jammer het is dat de mensen met belangstelling voor de Koudumer historie daarvan de dupe worden.

Aan het eind van dit eerste gedeelte van de lezing liet Jack de Vries enkele voorbeelden zien van de bijna 100.000 ‘records’ die de zoekterm ‘Koudum’ oplevert in de rubriek ‘voorouders’. Overigens gaat het zoeken naar gegevens over voorouders niet via de website van De Tiid zelf, maar komt de geïnteresseerde onderzoeker op de website ‘Alle Friezen’ terecht.

Sipke Feenstra, afbeelding afkomstig van de website Histoarysk Koudum.

Na dit eerste deel van de lezing ging Jack de Vries in op de krantenstukken die Sipke Feenstra in de jaren 1949 tot 1956 in het Sneeker Nieuwsblad publiceerde over zijn kinderjaren in Koudum. Dat wil zeggen, hij vertelde over Sipke Feenstra zelf, die in 1872 in Koudum geboren werd en daar zijn jeugd doorbracht. Als twaalfjarige kwam Sipke bij een timmerman in de leer en hij verliet het ouderlijk huis op achttienjarige leeftijd. In 1898 kwam hij weer naar Koudum waar hij in 1900 trouwde. Na zijn huwelijk in 1900 ging hij met zijn vrouw in Sneek wonen.

Feenstra ging als timmerman werken bij “de zuivelfabriek Normandia in Koudum”, zo zei de gemeentearchivaris en zo staat het ook in de inleiding van de heruitgave van de krantenstukjes die Feenstra over zijn kindertijd in Koudum op latere leeftijd zou gaan schrijven. Maar tijdens de lezing werd de gemeentearchivaris door een aantal aanwezigen gecorrigeerd: de zuivelfabriek Normandia stond in Sneek; die van Koudum heette Concordia. Sipke Feenstra ging natuurlijk ook niet voor niets in Sneek wonen.

Zuivelfabriek Normandia Sneek in 1950. Collectie Fries Scheepvaart Museum

Op 75-jarige leeftijd pas begon Feenstra met het schrijven van verhalen over zijn kinderjaren in Koudum. Het eerste stuk in het Sneeker Nieuwsblad verscheen op 23 september 1949. De Vries verbaasde zich over het uitstekende geheugen van Sipke Feenstra die blijkbaar alle namen nog kent van de Koudumers over wie hij zo’n zestig jaar later schrijft. Uiteraard besteedt Feenstra veel aandacht aan het gezin waarin hij opgroeide, maar hij vertelt ook uitgebreid over alledaagse zaken en over andere, gewone mensen in Koudum omstreeks 1890: over Sipke Durks, “in greate, noch al steile figuer”, Hoatse van Popke Akke, “in âlde drege Friezinne”, kaaskoopman Rinke Wabes de Jong, Sjaentsje die alles kon en alles durfde, en Douwe Molenaar die zo’n 25 jaar commissielid van de werkverschaffing was geweest.

Voorkant Koudum yn myn bernejierren uit 1969.

Historisch Centrum De Tiid heeft het boekje opnieuw uitgegeven, wat onder andere mogelijk werd door de hulp van vrijwilligers die de oorspronkelijke krantenartikelen gescand hebben. Daardoor ziet de herdruk van deze krantenstukken er ook anders uit dat de oorspronkelijke uitgave van Koudum yn myn bernejierren: de oorspronkelijke krantenartikelen zijn als foto’s opgenomen. De Vries benadrukte dat de herdruk, mede door de hulp van vrijwilligers, in slechts drie weken gerealiseerd is. Helaas is dat er ook wel een beetje aan af te zien. Zo zijn bijvoorbeeld niet alle krantenstukken van S. Feenstra in de herdruk terechtgekomen.

Begin van het krantenstukje van S. Feenstra in Sneeker Nieuwsblad van 6 januari 1950.

Zo schreef Feenstra drie artikelen over de ramp met de stoomboot Willem III die op 31 januari 1877 op de Fluessen verging. Maar alleen het derde stuk, ‘Yetris it ûngelok met de Willem III’ uit het Sneeker Nieuwsblad van vrijdag 10 maart 1950 is herdrukt. De eerste twee artikelen, ‘It ûngelok mei de Koudumer boat’ zijn niet herdrukt. Die stukken zijn blijkbaar niet gevonden in het Sneeker Nieuwsblad van 6 januari 1950, omdat daar niet de kop ‘Koudum in myn bernejierren’ boven staat, maar de kop ‘Koudum, minsken en dingen’. Ook het stuk ‘Sake en syn hounen’ verscheen in het Sneeker Nieuwsblad van vrijdag 25 november 1949 onder die kop en is niet in de herdruk van de krantenstukken terecht gekomen.

Voorkant Koudum yn myn bernejierren uit 2023.

Ook het tweede deel van het stuk ‘Hoatse fan Popke Anne’ uit het Sneeker Nieuwsblad van vrijdag 27 juni 1952 staat niet in de herdruk. En – nogmaals gezegd – helaas is de Balkster Courant (nog??) niet gedigitaliseerd en daardoor ontbreken enkele stukken uit de Balkster Courant die wel in de oorspronkelijke uitgave van Koudum yn myn bernejierren uit 1969 staan. Het was overigens wel een mooi gebaar van cultuurhistorisch centrum De Tiid dat de bezoekers van deze lezing na afloop een gratis een exemplaar van de heruitgave mee konden nemen.

© Jelle van der Meulen