Je moet goed kijken, halverwege de Appelmarkt in Bolsward, en omhoog nog wel. Naast pand nummer 11 is het begin van een lange, steeds smaller wordende steeg, de Lommerdsteeg. In de zijgevel van dat winkelpand, vooraan en hoog in de muur, is een gevelsteen te herkennen. Zo lelijk overgeschilderd dat deze daardoor nog nauwelijks te onderscheiden is. Ook geen bordje, aangebracht op de muur, om Bolswarders en bezoekers te wijzen op een historisch waardevol element van de aloude binnenstad. Net als bij zoveel andere historische elementen van het oude stadje, moet je helaas ook hier constateren dat het cultuurhistorische toezicht erop vaak veel te wensen overlaat.
Hans Lourens Schuyneman?
Voordat de steen werd ingemetseld, hoog in de zijmuur, en later foeilelijk overgeverfd, zat de beeltenis in de vóórgevel van het pand Appelmarkt 11, tussen de twee ramen op de eerste verdieping. Wanneer even voor 1870 deze gevel wordt vernieuwd, wordt de gevelsteen verplaatst naar waar hij nu nog steeds zit. De steen zal rond 1620 zijn vervaardigd. Daar duiden tenminste de stijlkenmerken ervan op. Bolsward kende in die tijd een flink aantal steenhouwers, niet in het minst door het vele beeldhouwwerk dat bij de bouw van het stadhuis verricht moest worden.
De bekendste was Hans Schuyneman, afkomstig van Zwolle, die waarschijnlijk tijdens de bouw van het stadhuis (1614-1617) hier arriveerde. Gedacht wordt, op basis van stijlovereenkomsten, dat hij degene is die de imponerende beelden, voorstellende Geloof, Hoop en Liefde, met daartussen zeer prominent Vrouwe Justitia (met weegschaal), boven de hoofdingang van het plaatselijke raadhuis vervaardigde.
Van Schuyneman is bekend dat hij de levensgrote afbeeldingen van Godschalck van Heerma en Sithia van Cammingha op een grafzerk in het koor van de Martinikerk heeft gemaakt, waarop hij zijn autogram achterliet: ‘Hans Schuneman, 1620’. Overeenkomsten in beeldhouwstijl tussen het bekende werk van Schuyneman en onze goedlachse gevelsteen in de Lommerdsteeg zullen wellicht aan te wijzen zijn, maar daarmee is zeker niet aangetoond dat ook deze beeltenis gemaakt is door deze Hans. Immers, het beeldhouwwerk van de vele ornamenten aan het stadhuis werd vervaardigd door meerdere vakmensen. En zij allen verstonden de kunst werk af te leveren dat passend was in het geheel, in de stijl van het maniërisme. Daaruit maak ik op dat dus niet vast staat dat de gevelsteen gebeiteld is door Schuyneman, die rond 1625 overleed. En evenmin dat de steen vóór 1625 is gemaakt.
Blijft de vervaardiger van de gevelsteen daarmee in nevelen gehuld, meer duidelijkheid wil ik proberen te geven over de persoon die staat afgebeeld.
Dikwijls wordt verondersteld dat de man die nu al zo’n vier eeuwen in steen gebeiteld staat een belangrijk regent van rond 1600 was, Jarich Heerkes (ook ik memoreerde dat dus in voornoemd boek), lid van de Bolswarder vroedschap en burgemeester, maar ook eigenaar van een steenfabriek en een molen even buiten de Blauwpoort. Hij zal kort voor aanvang van de bouw van het stadhuis, in 1613, overleden zijn.
Het lijkt daarom niet aannemelijk dat door een van de ambachtslieden die ingeschakeld werden voor de bouw van het stadhuis, een afbeelding van Heerkes werd gemaakt met kenmerken van de stijl waarin later dat stadhuis verrees. En Schuyneman arriveerde pas enkele jaren later, en kan zeker de vervaardiger van de beeltenis van deze Heerkes derhalve niet zijn geweest.
© Willem Haanstra
Eerder verscheen in deze serie: