De zoektocht naar de historische afkomst van de Wetterhoun is een interessante zoektocht, die niet zomaar een helder beeld oplevert. De Wetterhoun kwam voor in Engeland, Vlaanderen en Friesland. In de loop van de tijd bleef de Wetterhoun alleen in Friesland bestaan. Dat had grotendeels te maken met de geïsoleerde landelijke ligging van dit gebied.
In mijn verzameling heb ik diverse afbeeldingen van Wetterhounen of, beter gezegd Wetterhounachtige honden, uit Engeland. De meest aansprekende afbeelding is echter de Wetterhounachtige hond op een schilderij van de Vlaamse meester David Teniers de Jonge (1610-1690). Het doek is getiteld ‘Boerenjongen met een hond’ uit circa 1642.
Iemand stuurde me vier jaar geleden een serie foto’s door met daarbij een exemplaar waarop haar voorouders staan afgebeeld met twee Wetterhounachtige honden op schoot. De inzender schrijft: ‘Natuurlijk werden deze honden geselecteerd op werkcapaciteiten en niet op het uiterlijk of naar rasvoorschriften maar de beschrijving van het karakter van de hedendaagse Wetterhoun is zoals ik die ken uit de verhalen over deze werkhonden.’
De honden werden natuurlijk gebruikt voor de jacht, stroperij en misschien voor de otterjacht. Het echtpaar leefde met de honden in de omgeving Rotterdam, Pernis, de Hei, Rhoon en Portugaal. Er was altijd een roedel van zes tot twaalf honden en er werd altijd liefdevol over de honden gesproken, aldus de inzender.
De Wetterhoun valt in de officiële kynologie onder rasgroep 8: Retrievers en Waterhonden. Deze laatste soort maakte net als andere hondensoorten een eigen historische ontwikkeling door. In diverse delen van de wereld komen waterhonden voor met een gebruiksfunctie in, op, om of onder water, voor. Sommige landen kregen zelfs een nationale waterhond: de Portugese Waterhond en de Ierse Water Spaniël. Voor Nederland in algemene zin en voor Friesland in specifieke zin is dat de Wetterhoun.
Wiebe Dooper