Wopke Hoekstra krijgt door premier Mark Rutte een ideale vluchtroute naar Brussel aangeboden om de vertrokken Frans Timmermans als Eurocommissaris op te volgen.
Als CDA-partijleider bracht Hoekstra er niets van terecht en in het kabinet werd hij door Rutte en Kaag gewantrouwd vanwege zijn uitspraak om 2030 als streefjaar van stikstofreductie los te laten.
Gezien het gebrek aan politieke prestaties is Hoekstra’s benoeming tot Eurocommissaris een misplaatste beloning. Hierin was de stem van premier Rutte allesbepalend.
Door het vertrek van Hoekstra is premier Rutte wel verlost van de grootste brekebeen in zijn kabinet. Daarnaast voorkomt Rutte – nog even – de opkomst van een D66-banencarrousel.
Rutte is namelijk het optreden van D66-fractievoorzitter Jan Paternotte op zondag 9 juli niet vergeten. Paternotte belde toen PVV-er Geert Wilders met de vraag of hij geen motie van wantrouwen tegen Rutte wilde indienen.
Ook belde Kaag maandagmorgen 10 juli, voor het begin van het Kamerdebat, met Rutte door te zeggen dat de D66-fractie een motie van wantrouwen tegen hem mogelijk zou ondersteunen. Het ging om een motie van Klaver en Kuiken.
Rutte heeft wel eens blijk gegeven van een slecht geheugen. Maar de achterbakse spelletjes van D66 staan bij de premier scherp op het netvlies. En daarom mag Wopke van Mark naar Brussel.
Wiebe Dooper