Over het fraaie, maniëristische stadhuis van Bolsward doen de eeuwen door allerlei verhalen de ronde. Aanvankelijk werd het maar een kermisachtige attractie gevonden van renaissancistische bouwkunst. Pas in onze tijd, zeg sinds het einde van de 19e eeuw, en vooral daarna, wordt het fraaie maniërisme van de bouw door velen als een cultuurhistorisch noordelijk hoogtepunt beschouwd. Tijdenlang ook ging het verhaal rond dat het ontworpen zou zijn door de schrijnwerker en latere burgemeester Jacob Gysberts, de vader van de grondlegger van de hedendaagse Friese taal Gysbert Japix. En ook dat een bouwcollectief van plaatselijke ambachtslieden de uitvoering heeft bepaald. Beide beweringen kloppen zeker niet. Degene die mijns inziens de grootste invloed heeft gehad op de kunstzinnige richting van de bouw van het ‘stadspaleis’ is de toenmalige en relatief onbekende stadssecretaris Sybrandus Siccama geweest.
De Siccama’s
Sybrandus, ook wel Sibrandus, Siccama werd als zoon van Tetardus (Tjaerd) Siccama en Seerpcke Fopma geboren op 6 september 1571. Zijn vader bezat een licentiaat in de rechten, bekleedde het beroep van notaris in Bolsward en was van 1580 (mogelijk al eerder) tot aan zijn overlijden in 1602 secretaris van de stad Bolsward. Moeder Seerpcke overleed rond 1582. Ze kregen drie zonen.
Vader Tetardus was een invloedrijk man in het Bolsward van het laatste kwart van de 16e eeuw. Het was de tijd van de opstand in de Nederlanden tegen het Spaanse regiem en de religieuze omwentelingen. Ook in Bolsward veranderde er veel in deze periode. Daarbij speelde Tetardus een grote rol. Hij was met name actief in de overgang van rooms-katholiek naar gereformeerd, zoals die ook in de politiek een rol speelde. Hij werd tot eerste niet-katholieke stadssecretaris benoemd. Daarmee volgde hij de katholiek Ambrosius op, die naar Groningen vluchtte.
Toen Titardus op 14 januari 1602 overleed, werd hij opgevolgd door zijn zoon Sybrandus.
Sybrandus had in Bolsward de Latijnse school bezocht, over het grachtje van nu de Broerestraat/Kapelstraat. Het memoreren waard lijkt me om even te wijzen op Johannes Fungerus (1546-1612) die van 1584 tot aan 1592 rector was aan deze school. Het was een zeer breed georiënteerde geleerde die ook talrijke Latijnse gedichten schreef. Hij was afgestudeerd in de geneeskunde en de rechten. De invloed van deze rector zal ongetwijfeld groot zijn geweest op de jonge Sybrandus. Dat Sybrandus na zijn studie aan deze Latijnse school koos voor de universitaire opleiding in Franeker tot doctor in de rechtsgeleerdheid (vanaf 18 juni 1590) mag dan ook geen verrassing heten. Vervolgens kunnen we de jonge Siccama herkennen als stadssecretaris van het Overijsselse Hasselt, rond 1598. Van daaruit onderhield hij nauwe contacten met o.a. ds. Bogerman. Opvallend is dat zijn grootvader, Claes Siccama, daar woonachtig was.
Stadssecretaris Siccama
Zoals gezegd, Sybrandus Siccama groeide op binnen een intellectueel gezin en genoot een goede opleiding. Wanneer hij in 1602 zijn vader opvolgt als stadssecretaris kende hij uiteraard zijn geboortestad door en door. Niet voor niets werd hij, al voor zijn benoeming in Bolsward en nog woonachtig in Hasselt, gevraagd te bemiddelen in een langslepend conflict tussen de plaatselijke overheid en de kerkelijke instanties. Dat lukte en daarmee was zijn goede naam al gevestigd toen hij hier zijn intrede deed. Ook zijn Friese netwerk was groot, hetgeen hem ook van pas kwam als gedeputeerde van de Staten van Friesland. Hij werd daartoe benoemd op 6 maart 1601 en bedankte al in 1602 vanwege zijn benoeming tot stadssecretaris van Bolsward.
In 1595, net afgestudeerd en 23 jaar oud, was Siccama getrouwd met de Bolswardse Ulckje (Ulkien) Reins, blijkens de grafsteen in de Sint Maartenskerk overleden in 1604. Haar vader zou later lid zijn van de Bolswarder Vroedschap.
Hij zal daarna, in 1609, nog trouwen met Taeckje Lolckes.
Uit zijn eerste huwelijk had Sybrandus twee zonen, Renatus Sybrandus (1601- 29 juni 1681), die predikant in Wolsum werd, en Tetardus (1604-4 juni1650). Deze werd geneesheer in Bolsward en overleed ten tijde van een grote pestepidemie in de stad.
Zoals gezegd, Sybrandus Siccama was een vooraanstaand geleerde die naast tal van andere Latijnse werken ook het beroemde werk Lex Frisionum (her)schreef (1617), dat nog steeds geldt als een historisch belangrijk werk over de vroegmiddeleeuwse rechtsgeschiedenis van de Friese landen (de Friese Vrijheid).
Hij zal ongetwijfeld grote kennis hebben gehad van de vele modellenalbums die de architectonische Leeuwarder kunstenaar Hans Vredeman de Vries (1524 -ná 1604) samenstelde over het klassieke erfgoed, met name de Italiaanse bouwstijlen, waaronder de renaissancistische bouwarchitectuur, maar ook die betreffende het inrichten van tuinen. Siccama zal, o.a. vanwege zijn Latijnse interesse, die met aandacht tot zich genomen hebben. Ook zal Siccama kennis hebben gehad van de maniëristische elementen aan de eind zestiende, begin zeventiende eeuw ontworpen gebouwen in Leeuwarden, Franeker en Dokkum. En bovendien, als stadssecretaris van het Overijsselse Hasselt, zal hij ongetwijfeld het oude stadhuis van die stad grondig gekend hebben, met raampartijen die later ook te herkennen zijn aan het Bolswarder stadhuis.
De bouw
Al in 1612 waren er aanwijzingen dat er plannen waren om tot een nieuw stadhuis te komen. Hout werd al aangekocht. Zakelijke privébelangen van bestuurders dienden zich aan. In 1614 reisden enkele Bolswarder burgemeesters af naar Zwolle om natuursteen in te kopen. Sybrandus Siccama was, als stadssecretaris, daarbij aanwezig. Er zijn geen schriftelijke bronnen waaruit blijkt wie de initiatiefnemer is geweest om tot de bouw te komen en wie daartoe de bouwkundige fundamenten heeft gelegd. Feit is wel dat Siccama direct betrokken was bij de voorbereidingen. In de bouwcommissie zat, naast een aantal bestuurders, namelijk ook Siccama.
Aangestelde vaklieden bij de bouw waren o.a. timmerman Jacobs, metselaar Dominici, schrijnwerker Gysberts, de steenhouwers Hansen, Minnema en, later, Schuyneman. Gelet op de uitbetalingen aan hem zal Jan Pyters, een allround vakman (zie een vorig artikel over het gevangenpoortje), die naast het gevangenpoortje en de consoles in de raadzaal, ongetwijfeld grote inbreng hebben gehad bij de algehele ornamentiek.
De veelvuldig aangebrachte Latijnse inscripties op diverse plaatsen aan en in het stadhuis zullen onmiskenbaar het stempel van Siccama dragen, rechtsgeleerde en kenner van het Latijn die hij was. En zo zal ook de Latijnse tekst aan de westgevel, boven het waaggebouw, van zijn hand zijn, evenals die aan het gevangenpoortje en bij de fraaie figuren boven het bordes. Eveneens aandacht binnen deze context verdient de burgemeester die in 1614 de eerste steen heeft gelegd van het stadhuis: Reymer Harings Repckema. Deze eveneens hoog opgeleide burgemeester, die in 1622 Siccama opvolgde als stadssecretaris, was ook aanwezig bij het bezoek aan Zwolle om natuursteen in te slaan voor de latere bouw. Als we eveneens zien dat de kunstzinnige zilversmid Heercke Heerckes erbij aanwezig was, mogen we niet uitsluiten dat het zeer wel mogelijk is dat deze bestuurders van de stad een doorslaggevende rol hebben gespeeld bij het ontwerp en de bouw van ons stadhuis. De vaak gelezen stelling dat het Bolswarder stadhuis het resultaat is van vaklieden uit de plaatselijke timmer-, metsel-, schrijnwerkers- en beeldhouwwereld lijkt veel minder voor de hand te liggen dan dat accent op deze bestuurders te leggen.
Dat alles overziend, en beseffend dat vele feitelijke gegevens over de bouw ontbreken, lijkt mij Siccama de persoon die als de grote regisseur van het totale bouwplaatje gezien mag worden. Mag daarom als antwoord op de vraag wie de regiserend ontwerper van het maniëristische stadhuis van Bolsward is geweest ‘Sybrandus Siccama’ luiden? Dat kan niet volmondig met een ‘ja’ beantwoord worden, gelet op het feitelijk ontbreken van archiefinformatie daarover.
Op basis van de beschikbare gegevens die we kennen, en gelet op de positie en de wetenschappelijke inbreng van deze Siccama, is hij m.i. wel de meest voor de hand liggend persoon geweest om in ieder geval de (maniëristische) bouwstijl van het stadhuis te bepalen en deze bouw te begeleiden. En daarbij zal hij intensief contact hebben gehad met buitengewoon vakkundige en vakmatige uitvoerders ervan en zeker met het bouwcollectief van bestuurders!
Jacob Gysberts
De overbuurman van de familie Siccama, Jacob Gysberts, wonende op wat nu Wipstraat 6 is, was zeer bevriend met deze familie. De Siccama’s woonden op het toenmalige adres Wijk C, nr.294. Nu zal dat geweest zijn schuin tegenover het geboortehuis van Gysbert Japix, iets dichterbij dan waar later het oude rooms-katholieke Franciscuskerkje (1847) kwam te staan. Bij de bouw, of al eerder, van de tegenwoordige basiliek zal de betreffende woning al afgebroken zijn, of opgegaan in het pal daarnaast staande monumentale Huize Martinus, nu appartementengebouw. Dit pand waar de Siccama’s woonden, werd o.m. gekenmerkt door een natuurstenen plaat ervoor, waarop het wapen der Siccama’s: een zespuntige ster, met eromheen een stralenkrans. Dit wapen vinden we ook terug op de grafzerk van Sybrandus in de Sint Maartenskerk. Opvallend dat later het nabijgelegen pand op de hoek Grote Dijlakker en Nieuwmarkt ‘de Ster’ werd genoemd, met als versiering een ster in het bovenlicht van de winkel. Deze kruidenierswinkel bezat ook een koffiebranderij, theepakkerij en grossierderij in allerhande voedingsmiddelen.
Het gesuggereerde woordje ‘geijnverteert’ (ontworpen) op de inscriptie naast het portaal van de raadzaal is, zoals al gezegd, onjuist. Wel zal een zeventiende eeuws woord dat er wel kan staan, eerder de betekenis hebben gehad van het hedendaagse begrip ‘geïnvertariseerd’, in de betekenis van ‘bijeengebracht’. Daarbij valt op te merken dat een ondertekening met het jaartal 1615 dan onmogelijk juist kan zijn. Tenzij dat, eigenlijk zeer voor de hand liggend, op het jaar van het plaatsen van het portaal van de raadzaal slaat.
Na schrijnwerker en burgemeester te zijn geweest, kocht deze Gysberts zich in bij het Sint Anthony Gasthuis, om na zijn actieve loopbaan in een huisje van het Gasthuis te gaan wonen.
© Willem Haanstra
Eerder verscheen deel 1:
https://www.brekt.nl/sybrandus-siccama-regisseur-achter-bouw-bolswarder-stadhuis-1/
Geraadpleegde bronnen:
Oud archief gemeente Bolsward;
Winsemius: Chronique van Friesland;
Archivaris D. Bartstra: Het stadhuis te Bolsward (1909);
J.J.M. Vegter: Over de restauratie-1955 van het stadhuis te Bolsward (It Beaken, 1955);
Herma M. van den Berg: Jacob Gijsberts en het patroon van het
Bolswarder stadhuis;
Stamboom Jellema’s;
Stamboek Frieschen Adel;
G.P. Karstkarel en R.Terpstra: Het Stadhuis van Bolsward (1986);
Henk Andela en Jan Keuvelaar: Stadhuis van Bolsward (1987);
Willem Haanstra: Stedhûs Boalsert (de Moanne, 28 juli 2012).
Met dank aan Jan Keuvelaar en Peter Mulder.