Categorieën
Bolsward Geschiedenis

Marten Koopmans, waarnemend burgemeester van Bolsward, vakbekwaam en vol humor (2)

Als ervaren politicus, maar vooral vakbekwaam bestuurder, was Koopmans een politiek stabiel waarnemend burgemeester van Bolsward. Wegens ziekte kon Allard Schuilenga het ambt niet langer vervullen en daarom werd Marten Koopmans in 2001 zijn tijdelijke vervanger. Dat zou hij blijven tot oktober 2003, toen hij opgevolgd werd door Willemien Vroegindeweij.

Koopmans had een speciale band met de oorlogstijd en vooral ook met de toen zo genoemde ‘politionele acties’ in het vroegere Nederlands-Indië. In 2002 overlegden we hoe we enige aandacht konden schenken aan wat deze strijd met de dan nog levende en daarheen uitgezonden Bolswarders heeft gedaan. We organiseerden een bijeenkomst in De Doele, met na afloop daarvan een etentje in een Chinees-Indisch restaurant in de stad.

Indruk maakte de toespraak die Koopmans hield, gezeten op het aloude podium in De Doele. Het was doodstil toen hij in die toespraak met name het gevoelsleven van de aanwezigen wist te raken.

Op basis van deze toespraak besloot ik enige jaren later de geschiedenis te beschrijven van de geboren en getogen Bolswarder jongen Wiebren van der Spoel, die daar in het verre Indië sneuvelde. Dit verhaal is ook in boekvorm verschenen.

BOLSWARDER JONGEN WIEBE VAN DER SPOEL  SNEUVELDE IN HET VERRE INDIË

Wiebe van der Spoel (16-09-1928 – 13-02-1949).

De gesneuvelde Bolswarder was Wiebe (Wiebren) van der Spoel. Hij sneuvelde bij de kampong Wanaraja. Wiebe van der Spoel maakte deel uit van het 403e Bataljon Infanterie. Hij was verloofd met Marietje Bakker van Sneek. Als dienstplichtige kreeg hij zijn opleiding in Assen, waar ook zijn onafscheidelijke kameraad, de bekende Bolswarder Henny Bles, gelegerd was. Samen ook zouden ze naar de Oost worden uitgezonden, samen deelden zij de hut op de boot naar hun verre bestemming, samen werden ze in dezelfde barak ondergebracht. En samen vochten zij op het eiland Java, ook op die voor Wiebe zo noodlottige dag, waarop ze ook samen waren en bleven.. 

Het gezin van Marten van der Spoel en Grietje van der Weerdt bewoonde het huis op de hoek van het Franekereind, nummer 1. Het bestond, naast vader en moeder, uit Wiebe (16 september 1928), Gabe (1933) en Wim (1940). Een dochtertje was al jong overleden, evenals een eerdere zoon Gabe, die nog geen jaar oud werd. Vader werkte op het Panwurk in Makkum. Wiebe, die de openbare school in de Kerkstraat bezocht, was eerst knecht geweest bij het slepersbedrijfje van Piet Cuperus, gevestigd aan de Oude Hichtumerweg, en werkte daarna op de scheepswerf van Amels in Makkum. 

Die maandagavond de 13e februari 1949, tegen half tien ’s avonds, werd er op de deur geklopt bij de familie Van der Spoel. De beide jongens, Wim en Gabe, stonden op het punt naar bed te gaan. Vader Marten deed open. 

Drie mannen stonden voor de deur: burgemeester Jan Bruinsma, hervormd predikant Gerard van Royen en huisarts Gerrit Heida, die net die maand de praktijk van dokter Ten Cate over had genomen.  Ze hadden bericht uit Indië. Het gesprek vlotte maar moeizaam. De mannen spraken over Wiebren, die gewond zou zijn, nou ja, zwaar gewond. Moeder Grietje hoorde de mannenstemmen en het woord ‘Wiebren’, en wist genoeg: “Draai er maar niet omheen. Wiebe is dood, zeg dat nou maar…” 

Wiebe met moeder Grietje.

Grietje van der Spoel-van der Weerdt werd op 2 december 1903 geboren in Makkum. Haar vader Wiebren was daar een bekend inwoner. Grietje had er alles aan gedaan om haar zoon Wiebe niet uitgezonden te krijgen naar Indië. Ook Wiebe zelf had van alles geprobeerd om er onderuit te komen. Hij werd drie keer herkeurd, slikte zilverpapier, maar het hielp allemaal niet. Bij het afscheid wist moeder Grietje het zeker: “Wiebe, we zien elkaar voor het laatst…’ 

Wiebe zelf zei ook dat hij niet weer terug zou keren. 

Na die 13e februari 1949 was Grietje de kluts volkomen kwijt. Ze zag het leven niet meer zitten. Langzaam maar zeker namen haar krachten af. Zij overleed op 9 oktober 1954, 50 jaar oud. Ze is begraven op de Algemene Begraafplaats in Bolsward. 

Vreemde geruchten 

Niet lang daarna pakte vader Marten de boel bij elkaar en vertrok met zijn beide zoons naar Amsterdam, waar hij werk vond op een scheepswerf. Zoon Gabe ging later weer terug naar Friesland, trouwde en vond werk in Makkum, waar hij bleef wonen. 

 Douwe en Maaike Kuipers op bankje in park. 

Een week voor het sneuvelen van Wiebe deden vreemde geruchten de ronde in Bolsward. Het was Douwe Kuipers, de man van de overbekende Maaike (‘Hoe let is’t?’) ‘prikkeldraad’ die in de Gasfabriekssteeg in het voorbijgaan vader Marten toevoegde: “Marten, dat is ok wat met dien seun, niet..” Van der Spoel schrok zo, dat hij meteen op het stadhuis informeerde of men daar wat van zijn zoon afwist. Dat bleek niet het geval. Maar die niet zo tactvolle opmerking van Kuipers stond niet op zichzelf. In Bolsward ging wel degelijk het verhaal dat Wiebe van der Spoel gesneuveld was. Een moeder schreef aan haar zoon die in Indië zat: “Ik moet je ook wat droevigs vertellen: Wiebe van der Spoel is gesneuveld”. In de volgende brief merkte zij op dat het verhaal niet waar was, maar later moest ze het trieste bericht bevestigen. 

Na al vaak in gevecht te zijn geweest, moest het bataljon infanteristen waar Wiebe van der Spoel en Henny Bles deel van uitmaakten de kampong Wanaraja innemen, West Java. Tijdens een hevig vuurgevecht bij een brug raakte Wiebe levensgevaarlijk gewond. Hij werd uit de vuurlinie gehaald door zijn maten Sipke Beljon en Jense Crom. Henny Bles hoorde hem schreeuwen: “Ik ben geraakt”. Even later stierf Wiebe, in de armen van zijn vriend Henny. Het was op de verjaardag van Henny Bles… 

Henny Bles (13-02-1928 – 18-03-2004) was een rondborstige Bolswarder jongen, gek op toneelspelen en het Hollandse levenslied. Metselaar zal later zijn beroep zijn. Henny zal weinig spreken over wat daar, in het verre Wanaraja, gebeurde. Hij vertelde mij het verhaal, twee keer, maar was nog altijd zichtbaar ontredderd over wat hij meegemaakt had. ‘En Wiebe was mijn grote kameraad, een lieve jongen met een hart van goud. Die laatste momenten,…’ En dan stokte zijn stem en ging hij vlug over op een ander onderwerp. 
De begrafenis van Wiebe.

De dood van Wiebe had een dusdanige uitwerking op de manschappen dat het er even op leek dat de infanteristen van het 403e Bataljon zich wilden terugtrekken. Dat kwam er echter toch niet van en het gevecht ging even later door. 

Wiebe werd met militair ceremonieel ter aarde besteld. Later werd het stoffelijk overschot overgebracht naar het ereveld Candi/Semarang. De naam van Wiebe staat ook vermeld op het Indiëmonument ‘Deadenwacht’, in het Rengerspark in Leeuwarden. 

Henny Bles bij het graf van Wiebe in Indië. 

Verweesd gezin 

Zaterdag 19 februari werd een herdenkingsdienst gehouden in de Martinikerk in Bolsward. Dominee Van Royen, die korte tijd later uit Bolsward vertrok, leidde deze dienst. De kerk zat stampvol. In het koor van de kerk zaten de ouders, de broertjes, verloofde Marietje en andere familieleden van de gesneuvelde Wiebe. Aanwezig waren ook burgemeester Jan Bruinsma, vertegenwoordigers van de Band Ned.-Indië en van het Katholiek Thuisfront. Het bijna voltallige politiekorps van Bolsward woonde eveneens de dienst bij. 

Tijdens de raadsvergadering van 18 februari 1949 werden, aan het eind van de bijeenkomst, na een korte toespraak van de burgemeester,  twee minuten stilte in acht genomen wegens het sneuvelen van Wiebe. De familie Van der Spoel heeft later echter niets meer vernomen van kerk noch gemeente. Nooit is dat door de familie begrepen. Gabe: ‘Wij dachten dat de gemeente en de kerk wel contact zouden houden, maar we werden aan ons lot overgelaten. Vader snapte er niets van en vertrok met ons naar Amsterdam, ver van de herinneringen aan Wiebe en onze gestorven moeder. Ook bij ons vertrek vernamen we taal noch teken van kerk en gemeente. We stonden verweesd in de wereld…’

Broer Jelle in Indië, met een aapje. 

Indië heeft altijd een bijzondere klank voor mij. Niet alleen dat mijn interesse in de ‘Indische schrijvers’ groot is, maar vooral doordat mijn oudste broer Jelle (zelfde geboortedag en –jaar als Wiebe, zelfde lagere school!) ook uitgezonden werd naar de Oost, als marinier. Heel klein was ik destijds, maar de brieven die hij schreef, altijd optimistisch van toon (de realiteit wist hij goed te verbergen) kleurden mijn herinneringen aan die Gordel van Smaragd. Een foto kregen we, waarop mijn broer een aapje op zijn arm had. Ik wilde dus ook een aapje. Die zou hij voor me meebrengen, schreef hij. Beelden schetste hij van kleurrijke kali’s, vriendelijke Indiërs, fraaie kampongs en heerlijke geuren. Geen woord over de acties, de gevechten, de gevaren en de wreedheden. Om mijn ouders maar niet nog ongeruster te maken.. 

Laatste Bericht 

In voormalig Nederlandsch-Indië sneuvelden 5.315 Nederlandse soldaten, waarvan 101 omkwamen in Nieuw-Guinea in de periode 1946-1962. Meer dan 5.000; dat is een hoog aantal, relatief meer dan het aantal Amerikaanse doden tijden de Vietnamoorlog. Maar afgezet tegen een waarschijnlijk dodental van ruim 150.000, waaronder vele burgers aan de kant van de Indonesiërs, laag.  Niet alle Nederlandse slachtoffers sneuvelden, velen kwamen om bij ongelukken en zelfdoding (1021). Meer dan 800 personen stierven ten gevolge van een opgelopen (tropische) ziekte. 

Wie de dodenlijsten in het ultieme boek van Jack Kooistra, ‘Laatste Bericht’, doorneemt, waant zich verdwaald in een even bizarre als intens trieste dimensie van de realiteit van het menselijk bestaan. Er kan zich in de lezer de onwezenlijke gedachte opdringen dat die dodenlijsten op zeker moment op de achtergrond worden gedrongen door de geur van het Indische heimweeland, veroorzaakt door al die zo klankvolle Maleisische namen van kampongs en kali’s. 

Maar ze staan daar echt, in hun wrede naaktheid, de slachtoffers, met naam, woonplaats, geboorte- en overlijdensdatum, militaire rang, legernummer, godsdienst, beroep en de plaats waar ze begraven liggen, ver weg onder de tropenzon. Bij velen, vooral bij de Friese jongens, staat informatie over hun leven, hun ouders en over de omstandigheden waaronder zij stierven. Van de gesneuvelde Wiebren van der Spoel is geen tastbare herinnering opgericht in de stad Bolsward. Net zo min als dat trouwens het geval is met de in de Tweede Wereldoorlog omgekomen Bolswarders. Ik schreef het al zo vaak: een groot gemis! 

De kampong Wanaraja, West-Java, waar Wiebe sneuvelde in de armen van vriend Henny Bles. 

En zo is het Wiebe, de eenvoudige, maar o zo sympathieke jongen van ’t Loo in Bolsward, vergaan, daar in dat verre Indië. Ver van vader Marten, van moeder Grietje, van broertjes Gabe en Wim, van verloofde Marietje. Ver ook van zijn kameraden in Bolsward, van zijn vertrouwde ’t Loo, die vrijstaat aan de rand van de stad. Alleen vriend Henny Bles bleef tot aan de laatste snik van Wiebe nabij. Daar bij die brug in Wanaraja.. 

© Willem Haanstra

Dit is de negende bijdrage in een reeks van tien over Bolswarder burgemeesters.

Eerder verscheen:
https://www.brekt.nl/marten-koopmans-waarnemend-burgemeester-van-bolsward-vakbekwaam-en-vol-humor-1/

Bronnen: 

Willem Haanstra: De Beul van Bolsward 

Jack Kooistra: Het vergeten leger 

Gabe (Gabriel) van der Spoel (1933-2008) 

Henny (Hendrik) Bles (1920-2000) 

Jelle Haanstra (1928-2010)