Als ervaren politicus, maar vooral vakbekwaam bestuurder, was Koopmans een politiek stabiel waarnemend burgemeester van Bolsward. Wegens ziekte kon Allard Schuilenga het ambt niet langer vervullen en daarom werd Marten Koopmans in 2001 zijn tijdelijke vervanger. Dat zou hij blijven tot oktober 2003, toen hij opgevolgd werd door Willemien Vroegindeweij.
Geboren in Lemmer (vrijdag 11 augustus 1939) begon hij zijn ambtelijke loopbaan bij de gemeente Lemsterland, waarna hij via de gemeente Gaasterland in Leeuwarden terechtkwam. Eind 1978 werd Koopmans directeur van de destijds Bestuursschool Friesland genoemde instelling. Nadat hij in 1990 in Leeuwarden benoemd werd tot wethouder (CDA, o.a. Financiën), kwam al kort daarna, februari 1993, de functie van burgemeester van Wymbritseradiel vacant en werd Koopmans aldaar aangesteld tot eerste burger. Na zijn aftreden in 2001 vond de Commissaris van de Koningin in Fryslân nog dat jaar Koopmans bereid om tijdelijk het ambt in Bolsward te vervullen wegens ziekte van de toenmalige burgemeester Allard Schuilenga. Dat zou hij blijven vervullen tot de benoeming van Willemien Vroegindeweij per oktober 2003. In zijn woonplaats Leeuwarden vervulde Koopmans daarna nog enkele functies, waaronder een bestuurlijke bij de Fryske Akademy.
Pater Claudio van Balen (zoals hij genoemd werd in zijn tweede vaderland Brazilië) was sinds 1950 eerst als missionaris werkzaam in Brazilië en na zijn wijding tot priester in de Orde van de Carmelieten in 1959 woonde hij in Sao Paulo en Belo Horizonte. Hij richtte zich vooral op het verbeteren van de positie van de allerarmsten in zijn parochies.
Beminnelijk mens en vakkundig bestuurder
Ik heb Marten Koopmans leren kennen als een vakbekwaam man die in zijn bestuurdersfunctie een ontwapenende eigenschap had: het bezit van een grote dosis humor. Altijd toegankelijk en altijd bereid om te luisteren, was hij een door eenieder gewaardeerd burgemeester. Het klinkt wat vreemd om te beweren dat we elkaar, zonder veel woorden te hoeven gebruiken, begrepen. Maar dat was inderdaad zo. Heel fijn in een periode dat ik, als gemeentewoordvoerder, veel met hem afstemde over hoe we het beste de soms politiek gevoelig liggende onderwerpen naar de media over konden brengen.
Koopmans had een speciale band met de oorlogstijd en vooral ook met de toen zo genoemde ‘politionele acties’ in het vroegere Nederlands-Indië. Ik schreef daar later ook over, met name over de daar gesneuvelde Bolswarder Wiebren van der Spoel. In 2002 overlegden we hoe we enige aandacht konden schenken aan wat deze strijd met de dan nog levende en daarheen uitgezonden Bolswarders heeft gedaan. We organiseerden een bijeenkomst in De Doele, met na afloop daarvan een etentje in een Chinees-Indisch restaurant in de stad. Achteraf vernam ik dat deze bijeenkomst velen goed had gedaan: een te dikwijls weggestopt gehouden ingrijpende gebeurtenis in hun leven kreeg voor velen zo een erkenning door er in gezamenlijkheid aandacht aan te besteden, hoewel die, zo merkte ik, vooral emotioneel was. Niet als een rechtvaardiging voor wat er gebeurde, maar door het gevoel dat het een gedeeld trauma was.
Indruk maakte de toespraak die Koopmans hield, gezeten op het aloude podium in De Doele. Het was doodstil toen hij in die toespraak met name het gevoelsleven van de aanwezigen wist te raken. ‘Hè, hè, eindelijk’, hoorde ik een oudere Bolswarder naast me verzuchten, ‘eindelijk iemand die ons begrijpt.’ Het stuk met de tekst van Koopmans’ toespraak moet ik nog ergens hebben liggen, maar de kern was het inlevingsvermogen dat getoond werd met wat deze mensen, en met name degenen die actief waren in de gevechten, doorgemaakt hadden en waar velen na terugkeer in Nederland nooit over konden of wilden spreken.
Op basis van deze toespraak besloot ik enige jaren later de geschiedenis te beschrijven van de geboren en getogen Bolswarder jongen Wiebren van der Spoel, die daar in het verre Indië sneuvelde. Dit verhaal is ook in boekvorm verschenen.
BOLSWARDER JONGEN WIEBE VAN DER SPOEL SNEUVELDE IN HET VERRE INDIË
Littekens blijven, hele levens lang. Zeker het litteken dat aangebracht is bij de Bolswarder familie Van der Spoel. Het gezin Van der Spoel woonde destijds, vlak na de oorlog, op het Franekereind, no. 1. Zoon Wiebren, in de omgang Wiebe genoemd, kreeg het bericht zich gereed te houden voor een vertrek naar Nederlands Oost-Indie, het tegenwoordige Indonesië. Hij vertrok…, en zou nooit meer terugkeren naar zijn geboorteplaats Bolsward. Ik had het erover met de inmiddels overleden Gabe (1933-2008) in Makkum, zijn jongere broer, en werd geconfronteerd met herinneringen, verdriet en onbegrip. Nog steeds, en dieper dan toen, lijkt het wel.
Onder de ruim 5.300 militairen die de dood vonden tijdens de oorlog, toen nog eufemistisch politionele acties getiteld, (1945-1949) in wat destijds Nederlandsch-Indië heette, was één Bolswarder. Wel kwam daar ook de in Bolsward geboren Gerard Smits (23-11-’23) als gevolg van een ziekte, tyfus, om het leven, maar Smits was destijds woonachtig in Leeuwarden. Gerardus Smits (Bolsward, 23 november 1923 – Batavia 2 januari 1947) was OVW-er (oorlogsvrijwilliger), korporaal en woonde in Leeuwarden, Jouwsmastraat 25. Daarvoor Kerkstraat 25, Bolsward. In zijn onvolprezen boek ‘Laatste Bericht’ schrijft Jack Kooistra het volgende: ‘Begin 1947 ontving de familie Smits een onpersoonlijk, haast steriel briefje van de gemeente Leeuwarden, voorzien van een handtekening van de toenmalige burgemeester, mr. A.A.M. van der Meulen. Twee alinea’s naar aanleiding van het overlijden van hun zoon en broer Gerardus, waarvan de tekst luidde: ‘Ik wil niet nalaten, om U en Uw gezin in dit zoo droevige verlies mijn hartelijke deelneming te betuigen’. De minister van Oorlog uit die dagen, mr. A.H.J.L. Fiévez, vond die zinsnede kennelijk troostend: ‘De gedachte dat Uw zoon in dienst van het Vaderland is gestorven moge er toe bijdragen, Uw leed eenigszins te verzachten.’
© Willem Haanstra
Deze bijdrage is de negende over Bolswarder burgemeesters in een reeks van tien.