Gysbert Japix (1602/3-1666) wordt beschouwd als de grondlegger van het Fries als geschreven taal. Tot dan toe was het Fries een spreektaal. Japix staat bekend als de bekendste Friese renaissanceschrijver. Hij kwam in Bolsward ter wereld als zoon van Ancke Willems en Jacob Gysberts, die van beroep kistenmaker was en burgemeester van Bolsward.
De oorspronkelijke woning van Gysbert Japix en zijn vrouw Sijcke Salves aan de oostkant van de Broerestraat, die ooit hier woonden, zal geen klokgevel gehad hebben, want die bouwstijl kwam pas decennia later op in Bolsward. Wel was het oppervlak van de toenmalige woning bijna gelijk aan het huidige, dus met een aanzienlijke tuin, doorlopend tot aan het toenmalige bevoorradingsgrachtje van het Weeshuis, een zijtak van de Kampen. Dat kwam goed uit, want Gysbert en Sijcke waren dol op kruiden en andere medicinale planten, die ze ook verkochten vanuit huis. Evenals chique stoffen.
Momenteel is de familie Boersma druk in de weer om op de plaats van de aangekochte woning op de Broerestraat 14 in Bolsward, na afbraak, een nieuw pand neer te zetten, in oude stijl. Een passend pand in de monumentale binnenstad. Met klokgevel en fronton, ook dat. Die bouwstijl was reeds eerder op die plaats gerealiseerd.
Terug naar Gysbert Japix. Ik weet nog dat ik met Omrop Fryslân, naar aanleiding van mijn schrijven over Gysbert Japix, aan de Broerestraat was om het oude interieur en de tuin van het toenmalige pand te bekijken. We kwamen voor een dichte deur te staan, ondanks een afspraak met de toenmalige eigenaar. Ik deed vervolgens maar mijn verhaal op de stoep, voor de deur.
Ik heb nooit goed begrepen waarom de Gysbert Japicx (Holckema) Stifting, voordat tot afbraak van de woning was overgegaan, niet even de moeite heeft genomen originele elementen van het huis mogelijk veilig te stellen. Dat die er waren, was wel duidelijk.
Laat ik me hier beperken tot een korte levensloop van de bekendste Friese dichter en grondlegger van de hedendaagse (schrijf)taal. En, vooral, het nalopen van de plekken, voor zover bekend, waar Japix in Bolsward gewoond heeft.
Gysbert werd in 1602 of 1603 geboren op de huidige Wipstraat 6, kind van Jacob Gysberts en Sijke Salvius. Sijke (ong. 1616-1666) was de dochter van een berooide notaris uit Leeuwarden, de stad waar Gysbert Japix en Sijke in 1636 ook trouwden. Vader Jacob Gysberts (1579-1653) was kistenmaker van beroep. Hij was een groot vakman, gelet op o.a. het bijzonder kundig gemaakte houtsnijwerk van de ingang van de voormalige raadzaal in het stadhuis en de kolommenkast in de vierschaar. Het is alom te horen en te lezen dat Jacob Gysberts de ontwerper van het stadhuis is geweest. Dat is niet juist, mede gelet op de originele rekeningen, waarop de geldbedragen die de ambachtslieden van het stadhuis ontvingen voor hun werk. Ook een verkeerde interpretatie van de tekst op het bordje naast het toegangsportaal tot de raadzaal, waarop vermeld zou staan dat Jacob mede het stadhuis heeft ontworpen. Het stadhuis zal het resultaat zijn geweest van een vakmatige samenwerking van Bolswarder ambachtslieden, met waarschijnlijk een sturende en kundige gemeentesecretaris Sybrandus Tjaerts Sicccama als een soort toezichthouder (zie ook: Willem Haanstra, Stedhûs Boalsert, de Moanne 28 juli 2012).
Jacob was geen gemakkelijk man in de omgang en bestuurlijk, kerkelijk en politiek, nogal dwingend aanwezig. Hij zou later nog een van de burgemeesters van de stad zijn. Hij stierf berooid in een woning van het Sint Anthony Gasthuis, waar hij zich veel eerder al had ingekocht.
De lagere school die Gysbert rond 1610 bezoekt, is die in dat bijzondere gebouw over de gracht, daar waar Kerkstraat en Broerestraat elkaar kruisen. Dat gebouw, aanvankelijk een kapel over het water, was tamelijk breed, waardoor de straatjes aan weerszijden smal tot zeer smal (aan de zuidzijde Nergensbuurt geheten) waren. ‘Us Lyave Frouwe capel’, zoals de koopakte van 1523 aangeeft, zal tot de reformatie, 1580, dienst doen als katholiek kapelletje, waaraan nog katholieke verhalen verbonden zijn. Daarna wordt het gebouw gebruikt als school, voorin de latijnse, achterin de lagere burgerjongensschool waar Gysbert Japix 20 jaar lang zal lesgeven.
Het geboortehuis, lange tijd een Gysbert Japix Museum, is verlaten: het museum is nu ondergebracht in het nieuwe cultuurhistorisch centrum De Tiid. Of de woning begin 1600 al een trapgevel kende, is onduidelijk. Wel is in 1908 een ‘moderne’ gevel geplaatst voor het toenmalig huis met de trapgevel. Op deze plek aan de Wipstraat 6 hebben waarschijnlijk Gysbert en Sijke de eerste huwelijksjaren bij Gysberts ouders vanaf 1636 doorgebracht alvorens ze zelf een woning konden bemachtigen.
Gysbert zal eerst tot rond 1625 op zijn geboorteadres hebben gewoond. Hij bezoekt dan de nabije lagere school van meester Michiel van der Malen. Waarschijnlijk, in 1615, zal hij in hetzelfde gebouwtje de Latijnse school bezocht hebben, waarvan Henricus Antonides rector was. In 1624 treffen we zijn naam aan in het lidmatenregister van de hervormde gemeente in Bolsward.
Hij krijgt in 1625 een betrekking in Witmarsum. Dat de grietman, jonker Tjaard van Aylva die de schoolbenoemingen deed en een bekende van vader Gijsberts was, daar een beslissende rol in speelde, is zeer waarschijnlijk. Daar zal zijn kennismaking met de Friese taal indringender zijn geweest dan in het destijds vooral stadsfriese Bolsward. Hij kwakkelde daar wel met zijn gezondheid. In 1635 vertrekt hij uit Witmarsum. Mogelijk wegens een pestepidemie?
Enige tijd is onduidelijk waar Gysbert zich bevindt. Beetgum? Elders?
Hoe het ook zij, dankzij de inbreng van zijn vader, belangrijk bestuurslid van de plaatselijke kerk die benoemde, krijgt Gysbert in 1637 de mogelijkheid in Bolsward zijn voormalige meester Van der Malen op te volgen. Hij zal tot zijn overlijden aan deze jongensschool verbonden blijven. En al die jaren prachtige poëzie schrijven…
Al in Witmarsum komt hij in contact met een andere culturele wereld dan die waarin hij opgroeide. In Bolsward zal dat, mede door inspirerende contacten met mensen als de geleerden Junius en Gabbema, zich manifesteren in de (Friese) taalvirtuoos, dichter, en ook nog schoolmeester en kerkelijk voorzanger, Gysbert Japix.
Als eerste plek waar Sijke en Gysbert, met inwonende moeder van Sijke, vervolgens kwamen wonen, is waarschijnlijk in 1637 op de Broerestraat, dan Snor(ck)straat geheten, westelijke kant. En opnieuw dichtbij zijn school worden de Japixen gesignaleerd in een dubbel huis, dat aan de ene kant de Kerkstraat kende en aan de andere kant de Kleine Dijlakker. Ze bewoonden dit dubbele pand met de stadsbode.
En dan komt een duidelijke woning in beeld: al voor 1652 bewoonden ze het hier eerder genoemde pand Broerestraat 14. Tot voor kort, voor afbraak en herbouw, was dit huis het meest originele waar Gysbert heeft gewoond. Oppervlakte en inrichting huis, de tuin erachter, het zal de sfeer van halverwege de 17e eeuw benaderd hebben.
In deze woning beleefde het gezin een regelrechte ramp. In 1656 stierven drie van de zes kinderen, twee al eerder, ongeveer tegelijk. Zeer wel mogelijk als gevolg van ook een pestepidemie. Slechts zoon Salvus leeft dan nog, waarna ook hij, ongeveer tegelijk met zijn ouders, door de pest wordt geveld.
Begin 1657 ging de familie Japix in het naastliggende pand wonen, Broerestraat 15. Ook die woonplek is aanwijsbaar. Voor zover we weten, was de laatste woning van Gysbert en Sijke een huurhuis op de Hoogstraat. Dat huis huurde het echtpaar Japix van de domineesvrouw Sjuke Gerrits Fogelsangh. Waar het huis precies stond, is niet bekend, wel de huurprijs: fl 70,– per jaar.
In 1666 had Bolsward te lijden onder een pestepidemie. Velen stierven. Mogelijk is een massagraf bij de Broerekerk daarvan het gevolg. Deze epidemie was de laatste grote uitbarsting van de pest in Nederland. De ziekte, geen virus, maar een bacterie, wordt overgebracht door vlooien die op zieke ratten leven. Ook Gysbert en Sijke worden besmet en overlijden enige tijd later, kort na elkaar. Zoon Salves, de enige nog levende van de zes kinderen die het echtpaar kreeg, kwam, toen hij hoorde dat zijn ouders ziek waren, over van Ameland. Daar was hij praktiserend chirurgijn. Hij verzorgde hen tot het laatst. Daarna bleek ook hij ziek en stierf eveneens in 1666.
Als afsluiting de hedendaagse situatie op de Broerestraat, met een vijftal qua stijl heel verschillende gevels. In het midden de pas opgerichte klokgevel op nummer 14. Een fraaie, evenwichtige invulling op de plek waar Gysbert ooit woonde. Op de zandstenen ornamenten aan de uiteinden van de ‘klok’ staat rechts het jaartal 2021, jaar waarin begonnen werd met de bouw van de woning, en links het jaartal 1600. Jammer dat daarbij niet gedacht is aan de bouwstijl realiteit van destijds: 1600 kan onmogelijk als datum van een klokgevel genoemd worden, die gevels werden pas ruim na 1650 toegepast.
Uiterst links wel een zeer oude gevel, niet lang geleden gerestaureerd. Een tuitgevel, met rijkelijk vlechtwerk, in zwang al ruim voor de latere hals-, trap- en klokgevels. Daarnaast het fraai ogende pand, met zadeldak, bekroond met twee imposante schoorstenen en rijke lijstgevel, waar lange tijd de vermaarde verzekeringsmaatschappij De Philanthroop gehuisvest was. Opvallend is de hoge ingang, tot voor kort geplaatst in een toegangshal, ook al een andere invulling dan de oorspronkelijke toegang, met ervoor een smeedijzeren hekwerk. Eveneens valt het tal vensters op in de gevel. Na het hier besproken huis met de genoemde klokgevel is vlak ernaast een andere plek waar Gysbert en zijn vrouw gewoond hebben, nummer 15. De lage lijstgevel zal geplaatst zijn in de eerste helft van de 19e eeuw. De tuin erachter is minder groot dan toen Japix er woonde. Tenslotte het nieuwe woonhuis op de hoek van de Broerestraat en de Kleine Kampen. Een opvallend robuust, hoekig pand met aan voorzijde en zijkant lijstgevels en een groot souterrain. Dikwijls lees en hoor je dat ook daar Gysbert en Sijke gewoond hebben; dat is niet juist.
Tenslotte het eerste couplet van een van de bekendste Gysbert gedichten, niet hertaald.
Wobbelke.
Stemme.
Daer vond ick heynelijck,&c.
Myn hert dat trillet my, it iz nin rôy!
Mijn ljeafste Wobbelke,
Mijn swietste Wobbelke,
Mijn wirdste Wobbelke,
© Willem Haanstra