Categorieën
Blik op Bolsward Bolsward Cultuur Fryslân Geschiedenis Politiek Politieke en ambtelijke cultuur Súdwest

Laurens ten Cate: een eloquent Bolswarder (4)

Waar Laurens ten Cate eveneens mee opviel, was met zijn politieke stellingname. De maatschappelijk vernieuwende en vaak onstuimige jaren zestig gaven hem de ruimte om zijn visie op de politiek in Nederland duidelijk kenbaar te maken. Als vooraanstaand lid van de PvdA (afd. Oranjewoud..) schaarde hij zich aanvankelijk, 1966, tamelijk fel achter de doelstellingen van Nieuw Links, de roemruchte stroming die binnen de PvdA, en binnen Nederland, veel wilde hervormen.

In 1969, vanwege een in zijn ogen al te opportuun streven van Nieuw Linksers om de hele partij onder te brengen binnen deze politieke stroming, verbrak hij abrupt de band met Nieuw Links, na een felle woordenwisseling met mensen als Van der Louw en Van Dam. Ten Cate was even daarvoor gekozen tot lid van het landelijk partijbestuur.

Laurens was een veelgevraagd spreker op (partij)bijeenkomsten, bij radio-uitzendingen en op de televisie. Zijn politieke mening werd serieus genomen. Waar hij met name voor stond, was een fundamentele aandacht voor goed onderwijs voor iedereen en voor cultuur  in het algemeen. Materiële en alledaagse zaken vond hij wel de aandacht waard, binnen een juiste context, maar toch minder dan die culturele doelstellingen, gevormd door het milieu van zijn jeugd.

Op 12 juli 1972, ’s avonds, laatste nieuwsjournaal, vernamen we van het vreselijke auto-ongeluk dat Laurens was overkomen. Hij was bijna thuis, in Nieuwehorne. Op de Nijenhuisweg raakte Ten Cate in een bocht van de weg de macht over zijn stuur kwijt, raakte van de weg, Laurens werd door de voorruit geslingerd en raakte buiten bewustzijn. Nooit zal de energieke, kwieke en geestelijk zo scherpe Bolswarder dokterszoon meer de oude Laurens Othmar worden.

Welke iets oudere lezer van de Leeuwarder Courant herinnert zich niet het zo merkbaar grote verschil tussen de commentaren die hij jarenlang op een taalgevoelige en strijdbare wijze neerpende in de krant, en elders, en die welke hij, toen hij na enige tijd weer schreef, nu in een soort staccato taal deelde met de lezer. Ik had altijd veel bewondering voor die aparte wijze waarop hij zijn visie op de maatschappij toch in geschreven taal wist om te zetten.

Het ging steeds moeizamer met Laurens, die kaartenbakken gebruikte om gedachten en meningen die in hem opkwamen, vast te leggen. Een kaartenbak als geheugen van een man die als geen ander scherpe invallen die in hem opkwamen de wereld in wist te slingeren, met mond en pen.

Uiteindelijk, in de laatste jaren van zijn leven, had hij de hoop op een meer sociale wereld grotendeels verloren. Hij was bitter teleurgesteld geraakt in de mensheid waarvoor hij zijn leven lang opgekomen was, met name voor de kwetsbaren. De toekomst was hem (te) zwaar geworden. Hij overleed in alle eenzaamheid, op zaterdag 7 april 1984, deze maand 38 jaar geleden. De buurvrouw die hem, al overleden, vond, zag rondom hem een kale kamer, slechts met een enkele tafel, stoel en boekenkast bekleed. En verder vol met kaartenbakken, heel veel kaartenbakken.

‘Als hij zijn eigen gedrag had moeten becommentariëren, had hij zichzelf er ongenadig van langs gegeven.’ (biograaf Ayolt de Groot)

Als afsluiting het volgende gedicht van Laurens ten Cate dat lange tijd heeft gehangen aan een muur in de burgemeesterskamer in het stadhuis en dat, volgens een oud-medewerker van de gemeente Bolsward, waarschijnlijk door Ineke Hauer-Ten Cate, de dochter van Laurens ten Cate en Dietje Bos, aan de toenmalige burgemeester is geschonken. Het maakte geen deel uit van de Oudheidkamer. Ik gebruikte het gedicht als inleiding bij mijn boek Bolsward in Namen.

De familie Ten Cate woonde aan de Jongemastraat in Bolsward.

Het is een ongedateerd gedicht waaruit een intens verlangen naar zijn geboortestad Bolsward spreekt. Een smeekbede, eigenlijk, om geborgenheid.

                        ‘Boalsert, doch op dyn doarren’

                                   BOALSERT

Stêd, doch dyn doarren op en lit my yn,
forfrjemde swerver tusken plein en strjitte
Hûs, kom my yn myn iensumens tomjitte,
feilig biskûl fan in oerwoun forlyn.

Freon, lit my by dy oan tafel sitte
ivichsheits eagenblik ear’t ik fordwyn.
Lien my fleurigens, kostbere skyn,
feestgonger dy’t myn namme net mear witte.

Tiid, lit my ienris noch dyn oantins priuwe.
Tún, lit my by dyn neijiers blommen bliuwe.
Plein, liz dyn romte om myn wurge trêdden.

Wyn, waei my fuort mei oare beammeblêdden.
Stêd, hwer oars moat ik, swalker, earne hinne?
Doch op dyn doarren. Lit my net allinne.

L.O. ten Cate

© Willem Haanstra