Een doorgaand regengordijn is wat tot ons komt. Geen jas blijft droog. Donkergroene regenpakken worden bij de vleet gedragen. Codes geel en rood blijven tussentijds door de ether spoken.
Enorme zeestormen bieden geen reden tot genegenheid. Ze dringen door tot in de maag, die onstuimig knort. Er ontstaat een merkwaardig en raar verlangen naar smakeloos gekookte boerenkool.
Onstuimigheid kent geen grens. Gevallen bomen ontregelen treinen en bussen. Kieviten verlaten het eerste legsel. De grutto strijkt verstandig oostwaarts neer in de luwte van de bossen.
Deze herfstlente heeft onregelmatigheid op zijn lijf geschreven. We wennen er niet aan. De klimaatmars is geen vreugdevuur. In een volgend leven zijn we allemaal ferme zonaanbidders.
© Wiebe Dooper