Bolsward heeft de eeuwen door een schat aan cultuur voortgebracht. Heel bijzondere cultuur ook, voor zo’n kleine stad. Schrijvers, dichters, schilders, zilversmeden, noem maar op. Velen heb ik al her en der beschreven, van Gysbert Japix tot Frits van der Meer en van Claes Fransen Baerdt tot JanMurk de Vries, maar vele anderen nog niet. Heel weinig, bijvoorbeeld, is bekend van een schilder die in de Bolswarder Sint Maartenskerk zijn laatste rustplaats vond, Adriaan (Adriaen) van der Linde (plm.1560-1609). Een grafsteen in vak 12, rij 5 met zijn naam is nog aanwezig in de vloer van deze gotische kerk. Heel merkwaardig is dat de gegevens over zijn vrouw, waarvan het opschrift, in een ovaal, op de zerk al grotendeels aanwezig is, niet ingevuld zijn.
Naar Bolsward
In 1605 koopt Adriaens schoonzoon, de boekdrukker Jan Lamrinck, voor het echtpaar een huis in Bolsward, mogelijk op de Kleine Dijlakker. Ook in Bolsward gaat Adriaen verder met schilderen, waarbij, blijkens werk dat aan hem wordt toegeschreven, vooral portretten in olieverf zijn voorkeur hadden. Overigens zijn ook in Bolsward weinig zichtbare sporen te herkennen van Van der Linde.
Adriaen van der Linde zette zijn naam niet op de schilderijen (tamelijk normaal in die tijd, zo vlak na de anonieme kunst van de Middeleeuwen), waardoor nog steeds onduidelijk is welke werken met zekerheid aan Van der Linde kunnen worden toegeschreven.
Adriaen zal enig aanzien in de stad hebben gehad, gelet op de rijk uitgevoerde grafzerk in de Sint Maartenskerk. Zijn mogelijke woonplek in de stad, Kleine Dijlakker, was destijds een niet onaanzienlijke straat. Woonden rond 1600 de Bolswarder kooplieden vooral op de z.g. handelswierde, de Grote Markt e.o., langs de natuurlijke waterloop waarlangs de latere Grote en Kleine Dijlakker zich ontwikkelden, hebben zich in de loop der eeuwen vele kunstenaars gevestigd. Daarover schreef ik elders.
Het lijkt er zeer op dat Van der Linde ook veel werk van andere schilders gekopieerd heeft, wellicht in opdracht, om ook daarmee een bestaan te garanderen.
Het gezin Van der Linde-Farnese
In 1605 verlaat het echtpaar Van der Linde Leeuwarden en vestigt zich te Bolsward. Waarom is niet geheel duidelijk. Jan Lambrinck (later boekdrukker te Franeker voor de Friese Staten en getrouwd met Cathelina Willemsdr. Bordeen, een stiefdochter van de schilder) kocht zonder tussenpersoon een huis op de Kleine Dijlakker/hoek Snorstraat van de erfgenamen van ene Jacob Minnesz. Een aantekening, gemaakt bij de decretale (hier: zonder tussenpersoon) verkoop van dit huis, vermeldt: ‘Den 13 february ao. 1605 heeft mr. Adriaen van der Linde door Jan Lambrinckes gepresentert 763 goudguldens ende daermede in de huyse vs. Geruert.’ Nadere gegevens over de schilder en zijn vrouw heb ik in de Bolswarder archieven niet kunnen ontdekken.
Uit een later testament blijkt dat er uit het huwelijk van Janneke met Adriaan geen kinderen waren voortgekomen of, als ze er al geweest zouden zijn, niet meer in leven.
Twee dochters aan wie zij al haar roerende en onroerende goederen naliet, waren geboren uit haar eerste huwelijk met Willem Bordeen (of: Bordeyn/Bordyen). Het waren Elisabeth en Cathelina Bordeen. Elisabeth ging op 27 febr. 1598 te Leeuwarden in ondertrouw met Hans Hansz. de Clercq, kunstschilder van beroep; na diens dood hertrouwde zij op 6 okt. 1613 te Leeuwarden met Michiel van der Malen, ‘schooldiener tot Boolsweert’. Deze schoolmeester Van der Malen zal ook de leerkracht zijn van Gysbert Japix op de stadsjongensschool in de voormalige Kapelle der Mirakelen, waarna, jaren later, Gysbert deze Van der Malen opvolgt als ‘schooldienaer’ aan de school (zie ‘De Beul van Bolsward’).
De eventueel uit het eerste huwelijk met De Clercq geboren kinderen zijn vermoedelijk jong gestorven. Ze worden in het testament van Janneke Farnese niet genoemd.
Cathelina Willemsdr. Bordeen huwde met de Bolswarder ‘boekenbynder (later boekdrukker) Jan Lambrinck. De verstandhouding tussen hem en zijn schoonmoeder was slecht, zodat Janneke de rest van haar nalatenschap vermaakte aan de kinderen van hem en zijn overleden vrouw Cathelina.
Vermoedelijk is Janneke Farnese veel later overleden. Haar boedel werd op 26 febr. 1638 verdeeld. De woning op de hoek van de Snorstraat (Snorckstraat, een gedeelte van de huidige Broerestraat) werd door Abbe Ruyrtsz., de bewoner, gekocht en ‘een clein huys’ in dezelfde straat werd gekocht door Joannes van der Malen, een kleinzoon.
Jan Lambrinck, ‘boeckenbynder’, was 27 mei 1604 te Leeuwarden getrouwd met ‘Cathalina Willem Borduinsdr.’ van Leeuwarden. ‘Catelijnje Jan boeckenbynders wijf’ moet tussen 1610 en 1616 zijn overleden, want ‘Jan Lammerinck w(eduwnaer) van Boelsw(ard)’ hertrouwde 28 juli 1616 te Bolsward met ‘Maria Pyters Dowma w(eduwe) van Franquer’. Een boedelinventaris van Cathalina’s nalatenschap is niet aanwezig, omdat de inventarisatieboeken van Bolsward uit die jaren verloren zijn gegaan.
Samenvatting
Het mag de lezer duidelijk zijn dat heel weinig bekend is over leven en werk van de in Bolsward gestorven schilder Adriaen van der Linde. Vast staat in ieder geval zijn overlijdensdatum, zoals te lezen op de zerk die aanwezig is in de Sint Maartenskerk.
Over plaats en datum van geboorte bestaat geen onomstreden duidelijkheid , net zo min als over welke werken onbetwistbaar aan hem kunnen worden toegeschreven. Ondertekening met naam van de kunstenaar was destijds nog zeldzaam. Zijn werk zal daarom met identiek werk (meest portretten gemaakt met olieverf) van andere (Hollandse) schilders vergeleken moeten worden, willen we wat meer op het schildersspoor van deze Van der Linde komen te zitten. Zijn schildertechniek en -onderwerpen dienen dan richtinggevend te zijn.
Het is om redenen van een gebrek aan vaststaande kennis over Adriaen van der Linde dat ik heel vaak de begrippen ‘waarschijnlijk’ en ‘mogelijk’ in deze beschrijving van een ontegenzeglijk kundige schilder gebruik. Toch meen ik een duidelijker licht dan tot nu toe op Adriaen van der Linde heb kunnen doen schijnen.
Hij zal rond 1600 tot de Friese schildertop hebben behoord als ‘Flaamse emigrant’. Adriaen van der Linde, de ietwat mysterieuze Bolsward schilder, vond zijn laatste rustplaats in de imposante Sint Maartenskerk, gebouwd op de oudste wierde van Bolsward, de kerkwierde, ruim 2000 jaar oud. En ook dan roept de grafzerk aan hem gewijd nog volop vragen op. Boeiend.
© Willem Haanstra
Bronnen:
- Groeningemuseum Brugge
- Archivaris gemeente Brugge
- Fries Museum, Leeuwarden
- Gemeente Tiel
- Archieven voormalige gemeente Bolsward (O.A.B.)
- Gemeente Tytsjerksteradiel
- De Vrije Fries, diverse jaargangen
- Van der Meer, D.J., ‘Schilders in Friesland in de 16eeuw’
- Jan Briels, ‘Vlaamse schilders en de dageraad van Hollands Gouden EeuwMans, Veerle, Breuker, Philippus en Peter Karstkarel.
- ‘Margareta de Heer (circa 1699-circa 1665), dé Friese kunstenares van de zeventiende eeuw’.Piet Bakker (proefschrift UvA), ‘Gezicht op Leeuwarden. Schilders in Friesland en de markt voor schilderijen in de Gouden Eeuw’
- Leeuwarder Courant, vrijdag 29 januari 1988, Hugo Kingmans