De in 1798 geboren Lieuwe Jans de Jong was boer in het buurtschap Poppenhuizen bij Oldeboorn. Hij hield dertig jaar lang dagboeken bij. De Jong begon te schrijven in 1825, toen de grote watersnoodramp plaatsvond, en stopte in 1855, het jaar dat hij stierf.
Nummer 11
Februarius 1825
Februarius 15: De gewenschte hoop van gunstige berichten is het tegendeel geworden, even ontzettend treurig zijn ook deze. Zie hier een korte doch flauwe schets derzelver, als:
Zeeland, Vlissingen. Ook in deze stad stond het water hoog, 15 à 20 duimen boven den vloed van 1808.|
Middelburg. Deze stad stroomde mede onder water, en een gedeelte der kademuur omver en had daar de vloed van 1808 zes en halve duim overtroffen.
Noordholland, Haarlem. De Wijde Wormer is ook ingebroken en 4 menschen en veel vee verdronken. De menigte van olij die op het water dreef, levert blijk van den schade van Zaandam. Na de overstroming van Waterland innundeerde ook de Zeevangpolder.
’t Eiland Marken. Van de 160 huizen die hier stonden, waren 20 weggedreven en 50 ingestort. Veel visserscherstuig verloren en 3 personen verongelukt.
Tekstfragment van pagina 4.
De dagboeken van Lieuwe Jans de Jong 1825-1855. Boer te Poppenhuizen onder Oldeboorn. Bewerkt door L.J. de Jong. Tweede druk, 1999. Drukkerij De Jong, Aldeboarn – 1998.