Jan Bruinsma was de eerste burgemeester van de gemeente Bolsward waarover ik, het zal ongeveer 35 jaar of al langer, geleden zijn, schreef in het tijdschrift de Friesland Post. Ik weet nog dat ik o.a. opmerkte, kort samengevat, dat de gemeentelijke begroting er bij zijn afscheid dankzij allerlei uitgaven aan feestelijkheden nogal krapjes bijstond.
Bruinsma was ook de eerste burgemeester die ik me als persoon herinner. Ik zie me staan, heel jong nog, thuis in de al donkere huiskamer. De lamp boven de tafel was aan, een gaslamp nog. Op de foto die ik op dat moment met mijn ogen maakte en opsloeg in het album van mijn geheugen sta ik bij die tafel tegenover een man die blijkbaar indruk op me maakte. Het beeld is nog altijd heel duidelijk: de man, fors van postuur, met een bril die grotendeels zijn gezicht bedekte, bolle toet met daarboven een bolhoed, grote sigaar in de mond, een donkere jas aan. Ik zie zelfs nog zijn zwarte, glimmende schoenen voor me: de burgemeester!
Waarom hij bij ons in de kamer stond, weet ik niet meer (wrs. om aandacht te schenken aan de thuiskomst uit het voormalige ‘Indië’ van broer Jelle), maar dat hij er stond, hield ik voor altijd bij me.
Ja, later zal ik hem ongetwijfeld vaker hebben gezien, want waar feest was in de stad, waren wij als jongetjes en ook hij als imposante voorganger. Wij woonden in de binnenstad, niet ver van het stadhuis, en dan zagen we, volop in de schijnwerpers, Jan Bruinsma staan, handen schuddend en toespraken houdend. Onder zijn leiding of op zijn initiatief vond het ene na het andere evenement plaats. Het bordes van het stadhuis was zijn ere loge, waar hij koninginnen ontving (de echte en de symbolische heakeninginne), evenals ministers en collega-bestuurders.
Beknopte levensloop Jan Bruinsma
Op dinsdag 8 juli 1913 zag Jan Gerben Stephanus het levenslicht in de stad Utrecht. Zijn ouders waren Gerben Bruinsma en Adriana Petronella Maria van Rijn. Aan vaderskant lagen de familiewortels in Friesland. Hij rondde zijn studie aan het St. Bonifaciuslyceum in Utrecht af in 1933, waarna hij zijn eerste baan vond als onbezoldigd ambtenaar bij de gemeente Oudewater, 20 jaar oud. Na een jaar kreeg hij een baan als gemeente-ambtenaar in zijn geboorteplaats Utrecht, waar hij het negen jaar zou volhouden en het bracht tot chef van de afdeling Bevolking. Midden in de oorlog verdween hij uit Utrecht en probeerde het neutrale Zwitserland te bereiken. Die poging mislukte, waarna hij onderdook, nu in Delft, onder de schuilnaam Joost van Rijn.
Jan Bruinsma kreeg een vooraanstaande functie binnen het Zuid-Hollands verzet, waarna hij na de bevrijding een aantal bestuurlijke functies bekleedde die ten doel hadden degenen die diepe lichamelijke en psychische gevolgen van de oorlog hadden ondervonden, bij te staan. Vervolgens was hij adjunct-secretaris van de Commissie Patijn (een omstreden, maar vooraanstaand politicus, overigens), die tot taak had om de in bepaalde overheidsberoepen werkende collaborateurs te be-/veroordelen, de Zuivering, waarbij zo nodig tot ontslag werd overgegaan.
Meteen na de oorlog trad hij toe tot de KVP (Katholieke Volkspartij, in 1945 de opvolger van de RKSP) en werd voor deze partij lid van de Delftse gemeenteraad. Vervolgens werd Bruinsma per 24 maart 1947 benoemd tot burgemeester van Bolsward, welk ambt hij tot januari 1957 zou vervullen, alvorens te vertrekken naar Beverwijk.
© Willem Haanstra
In een reeks van tien Bolswarder burgemeesters wordt Jan Bruinsma als vierde beschreven.